Ga naar de inhoud

Maandthema mei: Uw Koninkrijk verwachten

Centrale Bijbelteksten:

Johannes 16:17-24
Hebreëen 11:8-10

Extra bijbelteksten:

Kolossenzen 3:1
Openbaringen 21:12
Openbaringen 21:25

Liedsuggesties:

  • Bouw Uw Koninkrijk – Opw 769
  • Wees blij, want Hij, Koning Jezus – Opw. 299
  • Vader van de schepping – Opw. 505
  • Zegen, aanbidding – Opw. 454
  • Zoek eerst het Koninkrijk van God – Opw 40

Gods Koninkrijk is overal! 

In de Tweede Wereldoorlog zei Dominee v.d. Bosch, toen hij door de Duitsers werd gearresteerd en naar het strafkamp in Amersfoort werd gebracht: “Ze kunnen mij nergens brengen waar God niet is.” God is overal, daarom is de hemel overal.

Adam en Eva leefden op aarde én in de hemel. Door de zondeval is de hemel voor de mens gesloten, maar door de bekering en wedergeboorte gaat de hemel weer open. Daardoor kan God de verloren mens maken tot een hemelbewoner. Hier en nu. 

‘Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.’ Kol. 3:1

Als je met je hart in de hemel leeft, zal je gaan zien dat we een geweldige opdracht hebben voor deze aarde en breng je iets van de hemel naar beneden, naar het hier en nu. Dat is wat Abraham deed. Hij sorteerde alvast voor, door stap voor stap in gehoorzaamheid met God op weg te gaan en zijn vertrouwen in Hem te stellen.
God wil ons hier op aarde leren om met ons hart in de hemel te leven. Als Hij ons dat kan leren, hebben we een geweldige opdracht naar de aarde.

  • Hoe zie je dat voor je, met je hart in de hemel leven? 
  • Hoe breng jij dat stukje hemel op aarde? Hoe sorteer jij alvast voor in het hier en nu?

Wij, christenen, mogen medewerkers zijn aan de definitieve oplossing voor deze aarde. Wij mogen de hemel op aarde brengen. Nu mogen we dat in het klein doen: in ons huwelijk, gezin, de samenleving, vrienden, werk en kerk. En bij alle volken (Matt. 28:19). Daarvoor is nodig dat je leert om in de hemel te leven. Hoe dan, denk je misschien? Dat doe je door God de eerste plaats in je leven te geven, Hem lief te hebben met heel je hart en de dingen te zoeken die boven zijn. 
Dan ga je echt iets betekenen voor deze aarde – ‘Goede en getrouwe dienaar’ (Matt 25:21).  Je bent op weg naar de hemel – om met de hemel in je hart – terug te gaan naar de aarde. Nu en straks. Wat een grote zegen kun jij zijn voor deze aarde!

  • Hoe zoek jij de dingen die boven zijn? 
  • In de vorige maand hebben we het ook al gehad over gezegend worden om tot zegen te zijn. Dat klonk voor sommigen als hoogmoedig in de oren, maar dat is niet hoe Paulus erover dacht, zie Efeze 1. Paulus begint niet met zijn omstandigheden, maar met zijn roeping. Die roeping heeft niets te maken met zijn eigen wil, maar met de wil van God. God koos hem uit om Jezus Christus te tonen. Dat is zijn hoogste roeping! Daar kun je rustig mee starten in je brief, zonder hoogmoedig te zijn.
    Zo ook wij, wij hebben een roeping om Jezus te tonen, dus als wij daarvoor gezegend worden, zijn wij tot zegen voor anderen en is dat niet hoogmoedig om te zeggen van jezelf. 
  • Dus hier nogmaals de vraag: Hoe ben jij tot zegen voor anderen? 
  • Kost het je ook iets om tot zegen te zijn? 
  • Hoe flexibel ben jij daarin? Ben je beschikbaar voor Gods hemelse werk hier op aarde? 
  • Durf je de onderste weg te gaan en de tweede mijl te lopen of wil je graag je gelijk halen en heb je ‘het recht om verongelijkt te zijn’? Durf elkaar hier eens open en eerlijk over (aan) te spreken!

We realiseren ons hoe moeilijk het is om in de wereld rein te leven. Er komt in de wereld zoveel onreinheid op je af. Toch kan God ons genade geven om in een onreine wereld, rein te leven. Met vallen en opstaan, maar het kan, in de mate dat we met ons hart in de hemel blijven. Je staat midden in de wereld, maar je hart is in de hemel en in je hart woont Jezus. Hij weet wat het is om in deze wereld te leven. Als Jezus in je woont ga je dat merken. Je ontdekt dat je verlangens gaan veranderen. De verlangens in je hart gaan langzamerhand veel meer uit naar God en je verlangens naar de dingen van de wereld nemen af. Je krijgt een innerlijke afkeer van de dingen die je hart onrein maken. Je zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is. Je beleeft de aantrekkingskracht die de hemel voor je krijgt.

  • Hoe leef je met je hart in de hemel? Wat doe je dan wel en wat doe je dan (juist) niet?
  • Hoe zorg jij ervoor dat je rein blijft?
  • Van welke wereldse dingen heb jij een afkeer gekregen of krijg je steeds meer een afkeer? 
  • Merk je dat de Heilige Geest in je aanwezig is en bezig is met reinigen? 
  • Zijn de antwoorden die je hierboven hebt gegeven sociaal gewenst, passend in het geestelijke hokje, omdat je weet dat dat van je verwacht wordt als ‘goed christen’? Of is het omdat je er vanuit je hart zelf ook werkelijk naar verlangt en er daarom mee bezig bent?

Over dit gewenste gedrag kreeg ik laatst een podcast doorgestuurd. Het ging over opvoeding en hoe je kinderen leert om de Bijbelse principes eigen te maken. Vaak willen we dat onze kinderen leren zich goed te gedragen in bepaalde situaties, maar is het (goede) gedrag van het kind dan voortgekomen uit óns verlangen of de intrinsieke motivatie van het kind zelf om Jezus te volgen? Want dat is eigenlijk wat we willen, dat zij en wij iets doen, omdat we Jezus liefhebben en met ons hart in de hemel leven. 

Wereldvreemd

Word je niet wereldvreemd als je met je hart in de hemel leeft? Nee, Jezus was ook niet wereldvreemd. Hij was op een bruiloft, dronk wijn, ging bij mensen op bezoek, liep een eind om hen te genezen, offerde zijn nachtrust op.. Jezus was gewoon een mens, midden in de wereld, met een hart dat overstroomde van liefde, vanuit de hemel. Hoe doe je dat dan?

Dicht bij God en dicht bij mensen leven. Als je dicht bij mensen wilt leven, moet dat samen gaan met dicht bij God leven. Als je niet dicht bij God leeft, gaat dicht bij mensen leven verkeerd – zoals eerst bij Petrus: wel strijden voor zijn Heer, maar niet lijden met zijn Heer, toen liep hij weg. Als je ver van God bent, ben je zo kwetsbaar. Gelukkig heeft onze genadige God dat gebruikt om Petrus te verlossen van zijn hoogmoed en het ten goede gekeerd.

  • Hoe leef jij dicht bij God en dichtbij mensen?
  • Wanneer was je het dichtst bij God en merkte je dat in je relaties? 
  • Wanneer was je het verst van God vandaan en merkte je dat ook in je relaties met de mensen om je heen?
  • Hoe ben je daarna weer dichtbij God en dichtbij mensen gekomen? Of kwam God naar jou toe, zoals bij Petrus?

Je kunt geestelijk alleen maar iets voor deze wereld betekenen als je dicht bij God leeft. Met hoge muren en open poorten (Het Hemelse Jeruzalem – Op. 21:12, 25). Met alleen een hoge muur word je wereldvreemd, met alleen open poorten word je wereldgelijkvormig. 

Dus dicht bij God en dicht bij mensen!

In Hebreeën 11 wordt gesproken over geloofshelden – zij leefden met hun hart in de hemel en hun benen op de grond. Dicht bij God en dicht bij mensen. God heeft hen geleerd om in hun aardse leven in de hemel te leven – in huwelijk, gezin en samenleving – In weinig zijn zij getrouw geweest, over veel gaat Hij hen stellen (Matt. 25:21). Het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven (Luc. 12:32).Daarom bidden wij: Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde. (Matt. 6:10). Dan is de hemel op aarde.

Bron:  Op weg naar de hemel, Henk Binnendijk.

Zegen!

Rosanna van Delft