God aanbidden doen we met heel ons leven, zoals met onze tijd, energie, financiën, gaven en lichaam.
Deze maand zoomen we specifiek in op onze financiën. ‘Vereer de Heer met je vermogen’, staat er bijvoorbeeld in Spreuken 3:9. We gaan daarom bekijken wat de Bijbel zegt over geld en hoe wij daarmee omgaan.
Deze studie is gemaakt en samengesteld door Cees & Jeanine Ravensbergen en Rosanna van Delft. In net even een ander jasje dan normaal, maar echt de moeite waard om eens wat dieper op dit onderwerp in te gaan en samen over te praten. Veel plezier en we zijn benieuwd naar jullie feedback en ervaringen (zie het feedback formulier onderaan deze pagina).
Inleiding
Deze maand heeft als kernwaarde ‘God gericht in alles’ en dit raakt alle facetten van ons leven. Jaap haalde in het filmpje Jesaja 43:7 aan waarin staat dat Zijn zoons en dochters omwille van Zijn majesteit geschapen zijn (vrij vertaald). Het is onvoorstelbaar belangrijk om te zien dat dit de reden van ons bestaan is.
God heeft ons gemaakt naar Zijn evenbeeld en we zijn dus geschapen omwille van Zijn majesteit. Heel ons leven is van Hem en moeten we inzetten tot eer en glorie van Zijn Naam. In alles wat we doen of juist niet doen laten we zien dat we van Hem zijn en dat we Hem alle eer geven. Zonder Hem zijn we niets en is ons bestaan dus ook niets.
Daarom willen we ook stilstaan bij de vraag hoe we God eren met onze financiën. Door heel de Bijbel heen komt geld aan bod en ook de Here Jezus heeft hier veel over gesproken. Financiën zijn namelijk een belangrijk onderdeel van ons geestelijk leven en onze aanbidding van God.
We gaan dit vanuit verschillende thema’s bekijken en dit is opgedeeld in twee delen.
- Gods waarschuwingen en opdrachten bij geld. Denk hierbij aan geldzorgen, de verleiding van rijkdom en het genieten van geld.
- Trouw zijn in het kleine, je naaste, tienden en schatten in de hemel.
Op een later moment zal, bij belangstelling, nog invulling gegeven kunnen worden aan andere onderwerpen rondom financiën, zoals verantwoordelijkheid, werken, ondernemerschap en de toekomst van geld in onze maatschappij. Mocht je dit interessant vinden, er meer over willen weten, dan kun je dit aangeven in onderstaand feedback formulier. Sowieso zouden we het op prijs stellen als je hier gebruik van wilt maken.
Deel 1: Geld
We willen eerst een moment nemen om stil te zijn voor God. Gebruik 2 minuten om in een paar steekwoorden op te schrijven hoe jij met je geld God-gericht leeft.
We gaan nu in vier groepen uit elkaar om de hieronder genoemde Bijbelteksten te lezen. Elke groep kan de teksten van één onderwerp opzoeken en lezen. Daarna bespreken we dit met elkaar in de groep.
Schatten:
Matheus 6:19-21 (wat niet en wat wel), Matheus 6:24 (twee heren)
Gods verschillende opdrachten bij geld zijn te vergelijken met de situatie in het paradijs waar Adam en Eva mochten eten van álle bomen. Van één boom had God hen echter verboden om van te eten. Dat was de boom van kennis van goed en kwaad. Door te eten van deze boom zou de mens onder meer afstand creëren tot God.
Bij financiën zien we een vergelijkbare situatie. Met ons geld hebben we veel vrijheid. We mogen alles doen met het geld dat we gekregen hebben, zoals ervan genieten, het investeren of weggeven. Hierover later meer. Maar in dit Bijbelgedeelte staat het enige dat we juist níet met geld mogen doen, namelijk het verzamelen van aardse schatten. Net als bij Adam en Eva zijn we vaak geneigd om juist wel schatten op aarde te verzamelen.
Vragen:
- Wat versta jij onder ‘aardse schatten’?
- Het is gebruikelijk om spaarpotten te hebben voor huizen, studies of pensioen. Zijn dit eigenlijk ook aardse schatten?
- Hoe ga jij om met de opdracht om geen schatten op aarde te verzamelen? En wat zijn je overwegingen hierbij?
- Waar roept Jezus ons in dit stuk juist wél toe op en hoe werk jij dit uit in jouw leven (vers 20)?
Zorgen:
Mattheüs 6:25 (over je levensonderhoud), Mattheüs 6:33 (waar je aandacht naar uitgaat)
Nederland is een rijk land en velen hebben het hier goed. Toch zijn we soms bezorgd of we morgen (of overmorgen) nog wel genoeg hebben. Dan zijn we bijvoorbeeld bezorgd dat alles steeds duurder wordt en we in de toekomst onze boodschappen niet meer kunnen betalen of dat woonruimte voor onze kinderen onbetaalbaar wordt.
Vragen:
- Herken jij bij jezelf dat je je zorgen maakt over jouw financiën in de toekomst en wat merk je als oorzaak daarvan?
- Hoe kun je daar samen met God als jouw Vader (vers 26) vervolgens mee omgaan en wat is Zijn belofte hierbij (vers 33)?
Verleiding:
1 Timotheüs 6:8-10 (het gevolg), Hebreeën 13:5 (de opdracht)
Veel mensen hebben in hun hart de wens om (nog) rijker te worden. Het verlangen naar rijkdom noemt de Bijbel geldzucht. Dit gaat over liefde voor geld en verlangen naar meer. Het opvallende hierbij is dat het nooit genoeg is. Een rijke is alleen tevreden met steeds een beetje meer rijkdom.
Vragen:
- In welke mate herken jij bij jezelf dat je hoopt in de toekomst rijker te zijn?
- Welke verleidingen zie je daarbij?
- Wat heb je nodig om te groeien in tevredenheid (Hebreeën)?
Genieten:
1 Timotheüs 6:17-18 (het doel)
Wanneer christenen nadenken over geld, zijn er al snel twee uitersten waar men op uitkomt. Enerzijds het welvaartsevangelie, waarbij je zou moeten streven naar meer geld, omdat dat Gods bedoeling en zegen voor jou zou zijn. Of anderzijds het idee dat het goed zou zijn om een gelofte van armoede af te leggen, waarbij geld als ballast en afleiding wordt weggedaan. Dit roept de vraag op wat Bijbels gezien het beste is. Wat wil God dat wij doen met ons geld? Paulus schrijft hierover aan Timotheüs en dit staat in de context van hoop houden op God, omdat Hij het is die voorziet.
Vragen:
- We lezen in dit Bijbelgedeelte dat God ons rijkelijk voorziet. Wat moeten we volgens dit Bijbelgedeelte doen met deze rijkdom?
- Wat valt je op als je de NBG vertaling (uit de jaren ’50, waar veel van ons mee opgegroeid zijn) vergelijkt met de NBV (uit de 21e eeuw)?:
- NBG: “God, die ons alles rijkelijk ten gebruike geeft, om wèl te doen, rijk te zijn in goede werken, vrijgevig en mededeelzaam”.
- NBV21: “God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten. En draag hun op om goed te doen, rijk te zijn aan goede daden, vrijgevig, en bereid om te delen.”
- Volgens Salomo is het kunnen genieten van je vermogen een gave van God (Prediker 5:18, HSV, vrij vertaald). Geniet jij van je geld?
Deel 2: Lenen en geven
We gaan nu weer in vier groepen uit elkaar om de hieronder genoemde Bijbelteksten te lezen. Elke groep kan de teksten van één onderwerp opzoeken en lezen. Daarna bespreken we dit met elkaar in de groep.
Lenen:
Lukas 16:10-15 (de onrechtvaardige mammon), Spreuken 6:1-5 (borg), Psalm 37:21 (leningen)
In onze maatschappij is het lenen van geld gebruikelijk en dit neemt steeds meer toe. De wereldwijde schulden van particulieren, bedrijven en overheden staan momenteel op recordhoogte. We lenen bijvoorbeeld voor een woning (hypotheek), onderneming (financiering), auto (lease), kleding en vakanties (creditcard). Het is goed om te bedenken dat je een belofte doet als je een lening aangaat. Voor een christen is het belangrijk om hierin trouw te zijn. Als we niet betrouwbaar zijn met geld, wie zal ons dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen (vers 11, vrij vertaald)?
Vragen:
- Wat beloof je eigenlijk als je geld te leen ontvangt?
- Lukt het jou om je belofte na te komen (dus je schulden af te lossen)?
- Schulden zijn een middel om steeds meer en grotere zaken te kopen. Wanneer heb je genoeg en wanneer verwacht je schuldenvrij te zijn?
Uitlenen:
Deuteronomium 15:7-10 (je hart en je bankrekening), Mattheüs 5:42 (de Bergrede)
Vanaf de eerste boeken van het oude Testament wordt vooral gesproken over het uitlenen van geld, in plaats van zelf geld te leen ontvangen. Jezus komt hier in de Bergrede op terug. Als je geld te leen ontvangt gaat het om jouw eigen situatie, maar als je geld uitleent gaat het om de ander. Jezus draagt zelfs op om geld uit te lenen zonder iets terug te verwachten (Lucas 6:35). Jezus volgen, jou zien …
Vragen:
- Wanneer heb jij voor het laatst gehoor gegeven aan de oproep om diep in de buidel te tasten en aan iemand geld uit te lenen (vers 8)?
- Welke zegen van God heb je hierbij gezien (vers 10)?
- Wat houdt je hierin misschien tegen?
Tienden:
Leviticus 27:30-32 (de instelling) , Maleachi 3:8-12 (vloek en zegen), 2 Korintiërs 9:6-7 (zegen)
Het geven van tienden komt in de Bijbel in verschillende vormen terug in verschillende perioden (voorafgaand aan de wet, voorafgaand aan de tempel, tijdens de tempel, ed). Het is bedoeld om in ontzag voor God te leven en samen zich over God te verblijden (Deuteronomium 12 en 14). Het is onderdeel van de gemeenschap/gemeente en tienden gaan bijvoorbeeld naar Levieten, vreemdelingen, wezen en weduwen (Deuteronomium 26), en later ook naar priesters, zangers en poortwachters (Nehemia 12).
Vragen:
- Waarom denk je dat tienden en andere giften in de context van vandaag de dag wel of niet belangrijk zijn?
- Welke invulling kun je daaraan geven?
Geven:
1 Timotheüs 6:18-19 (de bestemming), Lukas 6:35-36 (je erfenis)
Paulus was een man die hard werkte en deelde van zijn inkomsten. Hij haalt ook de woorden van Jezus aan als hij zegt ‘Geven maakt gelukkiger dan ontvangen’ (Handelingen 20:33-35). Johannes heeft het wat dit betreft over het liefhebben niet met woorden, maar met daden (1 Johannes 3:17-18).
Wij hebben niets in deze wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen (1 Timotheüs 6:7). Wel heeft iemand eens gezegd dat je je geld als het ware vooruit kunt sturen. Door onder andere vrijgevig te zijn, leg je een stevig fundament voor de toekomst en win je het ware leven (vers 19). ‘Zo verzamelen zij voor zichzelf een schat’, staat er zelfs in de HSV. Wil je dus geen schatten op aarde verzamelen, maar in de hemel? Wees dan net zo barmhartig als Hij. Geld speelt hierin dus een belangrijke rol.
Vragen:
- Waarom denk je dat barmhartigheid onder meer met geld te maken heeft?
- Wat is Gods belofte hierbij als kind van je Vader?
Wil je hier verder over doorpraten of heb je belangstelling voor meer onderwerpen rondom financiën in de Bijbel? Gebruik dan onderstaand feedback formulier.
Gods zegen!
